De meest eenvoudige regeling voor koelen en verwarmen is een modulerende ruimtethermostaat. De meest handige uitvoering is een thermostaat die naast verwarming ook direct de koeling aanstuurt. Als de temperatuur onder de ingestelde waarde komt, worden de radiatoren of de vloerverwarming ingeschakeld. Als de temperatuur te hoog wordt zal een koelplafond of airconditioning worden aangestuurd. Speciaal voor koelplafonds kan er een condensatieschakelaar aan de regelaar worden gekoppeld, zodat deze bij te veel condensatie de koeling kan verminderen.
De temperatuur wordt gemeten door de interne (of externe) NTC 10-sensor. De ruimtetemperatuur wordt ingesteld door de positie van de draaiknop te verplaatsen (±3 °C).De actuator geeft aansturing aan de koeling (groen licht) of verwarming (rood licht). De dode zone (geen rood of groen licht) tussen verwarmen en koelen is instelbaar (0...3°C).De ruimtethermostaat ondersteunt thermische actuators die worden aangestuurd door middel van 20s pulsmodulatie. De koelmodus kan worden uitgeschakeld door Z1 = Go door te verbinden.Het display toont normaal gesproken de gemeten temperatuur. Wanneer de instellingen worden aangepast, toont het display de ingestelde waarde ongeveer 2 seconden.